Sonata

Donemus-Opus 08-1962-08’-Sonata per tre clarinetti is opgedragen aan het Nederlands Klarinetten ensemble dat was samengesteld uit musici van Het Brabants Orkest.Het stuk ontstond in een periode waarin ik contrapunt studeerde bij Antoon Maessen. De Sonate is een compositie in de vrije atonale stijl.Met andere woorden,het noten materiaal is niet gebonden aan een reeks of modus.Het Larghetto is een samenspel van stijgende en dalende motieven in tegenbeweging en kan worden gezien als melodie-lijn,omspeeld door allerhande figuraties.De stemmen kruisen elkaar .Tevens kan worden gesproken van een contrast tussen staccato- en legato-passages die naast en onder elkaar voorkomen.Na een temporele versnelling keert het oorspronkelijk melodische gegeven terug.Na een tweede versnelling volgt de omkering van de begin maten,die op hun beurt worden gevarieerd.Dan treedt er een vertraging op in de beweging en de snelle motieven van weleer komen tot rust op de lage toon d. Het tweede deel,een Allegretto,is een dans in de onregelmatige maatsoorten.Het eerste thema is uitgesproken ritmisch en beweeglijk.Het tweede thema is voorzien van een ritmische begeleiding in de vorm van een aantal zich herhalende noten,die zijn terug te voeren op elementen van het eerste thema.Vlak voor het slot klinkt er een suggestie van een volkswijsje op,waarna de muziek zachter wordt en tamelijk plotseling eindigt. ------------------------------- The Sonata per tre clarinetti is dedicated to the Nederlands Klarinetten Ensemble (Dutch Clarinet Ensemble), formed by players of the Brabant Orchestra. It was composed 1962 when I studied counterpoint with Antoon Maessen. Free atonality marks the piece. Its material is not determined by any series or mode. The Larghetto is marked by ascending and descending counter-movements. It may be seen as a melodic line embellished by various figurations. The various voices cross over, and under each other. There is also a contrast between staccato- and legato playing throughout. After a short crescendo the original melodic idea reoccurs. Another crescendo features the inversion of the opening bars, themselves leading to variations. Then the piece gradually slows down, and the earlier fast motivi come to rest at a low D. The second movement, Allegretto, is a dance in measures of irregular sorts. The first theme is very rhythmical and vivid. The second theme has a rhythmical accompaniment, a few repeated notes stemming from the first theme. Just before its conclusion the piece presents a quasi folk tune. The music is then played pianissimo. Rather suddenly the conclusion is there. JVDB

Type: Kamermuziek


Print deze pagina Print deze pagina